Dordtse samenwerking voorbeeld voor anderen
“Ik kan honderd redenen verzinnen waarom het niet kan, maar misschien kan je wel twee dingen verzinnen waarom het wél kan en dan heb je toch wat gewonnen.”
We ontmoeten Tom Verwaart bij het brugwachtershuisje op de Engelenburgerburg in Dordrecht. “Dit huisje vind ik nog steeds het mooiste huisje en de mooiste plek van Dordrecht. Het is hier altijd druk en er komt altijd wel wat langs.”
Verwaart heeft uitgebreide kennis en ervaring op het gebied van civiele techniek. Hij is momenteel werkzaam als teamleider Constructies & Havens bij de gemeente Dordrecht. “Mijn team is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van tunnels, kademuren en alles wat er in Dordrecht aan constructies is.”
Vanuit deze positie staat hij in nauw contact met de Stichting Brugwachtershuisjes. “Een aantal jaren geleden kregen we de vraag of de stichting kunst in brugwachtershuisjes mocht plaatsen. Vervolgens hebben we gekeken naar wat er mogelijk was en dat is langzaam een beetje uitgebreid,” aldus Verwaart. Dit heeft er toe geleid dat vijf Dordtse brugwachtershuisjes een nieuwe bestemming vonden.
Aantrekkende werking
“De brugwachtershuisjes houden de binnenstad levendig want anders staan er een paar van die dode objecten in de stad en dan gaat het meer op leegstand lijken. Zo zorgen de huisjes ervoor dat de stad er wat levendiger uitziet,” zo zegt Verwaart.
Naast locatie speelt ook de aantrekkingskracht van een kunstwerk een bepalende rol bij het herbestemmen van brugwachtershuisjes. “De impact van het werk van de stichting is wel het mooiste te verklaren met brugwachter Teus die voor het eerst op de Prins Hendrikbrug stond. Als je nu ziet hoe mensen nog steeds na al die jaren op Teus reageren. Het is gewoon fantastisch. Als je een goed kunstwerk op een goede plek neerzet dan trekt dat zoveel aandacht. Dan gaat dat kunstwerk met de mensen er omheen leven en dat wil je hebben.
Er hingen in dit huisje tweeduizend gevouwen bootjes, die trokken ook heel veel belangstelling. Dan stonden er heel veel mensen even naar binnen te kijken en om het huisje heen te lopen. Dat zou je natuurlijk in al die huisjes willen hebben. Je moet gewoon kijken of de locatie zich leent om een aantrekkende werking te hebben. Bij de Engelenburgerbrug leent de locatie zich daar perfect voor. Ik zou me wel kunnen voorstellen dat als je een huisje hebt op een afgelegen plek dat je je dan afvraagt ‘wat moet ik daarmee?’” concludeert Verwaart.
Multifunctionele huisjes
Voor Verwaart zijn brugbediening en brugwachtershuisjes nauw met elkaar verweven. Zijn achtergrond als techneut speelt daarin een grote rol. “De huisjes die we hebben zijn nog steeds functioneel dus daarom vind ik het belangrijk om een huisje te hebben omdat er nog steeds plaatselijke bediening in zit. Zolang de bruggen blijven bewegen dan blijft er altijd bij nood lokale bediening in het huisje zitten. De bruggen worden bediend op afstand vanuit het stadskantoor. Daar zit een centrale brugbediening. Er zijn nog een aantal bruggen die worden wel ter plekke bediend, maar dat is alleen op aanvraag en dan moet er nog speciaal iemand naar het huisje toe om even de brug te bedienen. De gemeente moet ervoor zorgen dat ze handhavend kunnen optreden en dat het gebruik van die lessenaren altijd mogelijk is. Daar moet de gemeente op blijven letten,” vertelt Verwaart.
Sleutel tot succes
In het interview benadrukt Verwaart het belang van samenwerking tussen gemeente en gebruikers.
“Ieder brugwachtershuisje heeft zijn eigen gebruikersovereenkomst omdat elke gebruiker en huisje anders is en op deze manier kun je makkelijker handhaven. Ik kan honderd redenen verzinnen waarom het niet kan, maar misschien kan je wel twee dingen verzinnen waarom het wél kan en dan heb je toch wat gewonnen.
Als je een kunstproject of een toekomstige huurder hebt kan je een keer langs het brugwachtershuisje gaan om uit te leggen wat wel en niet kan. Zo krijgt de gebruiker van het huisje de sleutel van de voordeur, maar niet van het bedienpaneel en de deur naar de technische ruimte. Je kan hier in het huisje naar beneden om het toilet te gebruiken maar daar stopt het.
Zo kan je het heel simpel regelen. Hier in Dordrecht heeft de gemeente zelf de zeggenschap om af en toe handjes beschikbaar te stellen. Dan weten wij als beheerder wat er aan de hand is en dat is het makkelijkste, het hebben van een vast aanspreekpunt is ook een groot voordeel. De manier waarop we nu de samenwerking met de Stichting Brugwachtershuisjes hebben geregeld is prima en we zien vanzelf wel hoe dat verder uitpakt. Misschien kan Dordrecht ook als voorbeeld dienen voor andere gemeenten.”
Tekst: Seray Kayabasi
Foto’s: Seray Kayabasi, Lotti Hesper, Robert Kraak